Tijdens DogPop 2014 was dichteres Vian Moo aanwezig om tussen alle spectaculaire shows en demo's mensen een rust momentje te bezorgen met haar gedichten uit de bundel "Doggy Talk".

Vian Moo was zo entiousiast over haar ervaringen tijdens DogPop 2014 dat ze spontaan een gedicht voor ons schreef en ons dit aanbood.



Het DogPop decor kent veel bedrijven                            
met in de hoofdrol de hond
donkere wolken - buienraders
bakken water op de grond

Hij kent zijn rol maar al te goed
hij spiegelt en hoedt gans
begeleid je blindelings
en vraagt je zelfs ten dans

Inloopspreekuur op de trailer
de wachtkamer is op het plein
er klinkt geen onvertogen blaf
het blijft neutraal terrein

Heir wordt gezinspeeld en geschilderd
het rad krijgt een haagse draai
je duikt uren de kelder in
en geeft nog een extra aai

op de steiger in een draf
gesprongen, torenhoog
het plezier spat er vanaf
de zon maakt alles droog

hier lik je ijsjes van de grond
loop je over de kermis te dwalen
hier praat je nog eens rustig na 
over de kwartfinale

dit feest van erkenning
heb ik in mijn hart geloten
een grote brok gezelligheid
twee dagen lang genoten

Vian Moo
Vian Moo ( Cothen 1961) schreef tijdens haar middelbare schooltijd de eerste gedichten voor de schoolkrant.
Eenmaal de smaak te pakken bleef ze schrijven, vooral korte, luchtige gedichten.

Ze sloot zich aan bij het poezie-cafe van wijk bij Duurstede en droeg haar gedichten voor in de Hoffbuurt.
In 1990 werd haar eerste gedichten bundel: "Om het even" gepresenteerd.

Jeller
 
Ingevingen krijgt Vian overal. Tijdens het hardlopen, tijdens een gesprek of onderweg.
Ze noteert flarden teksten in  haar telefoon en buigt zicht er vervolgens thuis over.
 
Zo is ook haar bundel: "Doggy Talk" op zijn plek gevallen.
Sinds 2007 is Golden Retriever "Jeller" in haar leven. Hij brengt zoveel moois teweeg dat Vian hier wel woorden aan moet geven.
 
Doggy Talk is een feest van herkenning voor iedere hondenliefhebber.
Een voorproefje is te vinden op www.doggyverse.blogspot.nl .
 

  
Fotografie: Marjon Wijdeven